Testen

Onze poezen worden worden uitgebreid getest voordat zij kittens krijgen. Maar waar worden ze precies op getest?

HCM (Hypertrofische Cardiomyopathie): HCM is een hartprobleem bij katten waarbij de spierwand van het hart te dik wordt. Een specialistische dierenarts kan dit controleren met een speciale hartecho.

PKD (Polycysteuze Nierziekte): PKD is een erfelijke aandoening waarbij zich vochtblaasjes in de nieren vormen, wat kan leiden tot nierfalen. Met behulp van een echo kan er worden gekeken of deze blaasjes aanwezig zijn.

HD (Heupdysplasie): HD is een probleem met de heupgewrichten van de kat, waardoor ze niet goed werken. Een dierenarts kan beoordelen of de heupen normaal zijn.

DNA-testen: Deze testen worden gedaan om te controleren of een kat bepaalde erfelijke ziektes heeft of drager is van deze ziektes. Ze gebruiken het DNA van de kat om dit te achterhalen. Ook de bloedgroep wordt getest bij de DNA test.

Bloedgroep: Een bloedgroepentest bij katten is belangrijk om de gezondheid van kittens te beschermen. Het vertelt ons welke bloedgroep een kat heeft en voorkomt problemen zoals bloedarmoede bij kittens met verschillende bloedgroepen. Het is ook belangrijk voor bloedtransfusies, om ervoor te zorgen dat het gedoneerde bloed veilig is. Fokkers gebruiken deze informatie om verantwoorde fokbeslissingen te nemen.

FIV (Feline Immunodeficiency Virus) en FELV (Feline Leukemie Virus): Dit zijn virussen bij katten die het immuunsysteem verzwakken en verschillende gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Een bloedtest kan aantonen of een kat besmet is.

Het uitvoeren van deze tests is belangrijk om zeker te zijn dat de poes gezond is en te voorkomen dat genetische aandoeningen of infectieziekten worden doorgegeven aan kittens of andere katten.